Een venster op Menton – de reis van Marinus Heijnes naar het licht van de Rivièra

Toen onlangs een zonnig doek uit Menton van de Nederlandse schilder Marinus Heijnes (1888–1963) werd gerestaureerd, openden zich niet alleen de kleuren opnieuw, maar ook een verhaal. Een verhaal over een reizende kunstenaar, de lokroep van het zuiden, en de rol van het spoor in de kunstgeschiedenis. Want dat doek, gemaakt in Menton aan de Franse Rivièra, is meer dan een tafereel van palmen en weelderige bloemen — het is het eindpunt van een indrukwekkende reis, begonnen in de Zwitserse Alpen.
Een route naar het zuiden
In de jaren rond 1910 was Marinus Heijnes nog een jonge schilder, gevoelig voor het spel van licht en landschap. Niet gezegend met een ruim budget, maar wel met een avontuurlijke geest en een scherp oog, trok hij door de Alpen richting Italië. Uit overgeleverde aanwijzingen en plekken waar werk van bekend is, blijkt dat hij onder meer verbleef in Filisur, St. Moritz, Varzo (in Ticino), Venetië en Sommacampagna. Zijn vervoer? De trein. En af en toe zijn eigen benen.
Een belangrijk keerpunt in die reis was het plaatsje Varzo, een dorpje aan de voet van de Alpen. Juist in de tijd dat Heijnes daar vermoedelijk verbleef, was Varzo aangesloten op de pas geopende Simplonlijn — een moderne spoorverbinding tussen Zwitserland en Italië, geopend in 1906. Deze spectaculaire route, mogelijk gemaakt door de langste spoortunnel van Europa op dat moment, bracht kunstenaars als Heijnes letterlijk de grens over naar het zuiden. Opeens werden afgelegen bergdorpen bereikbaar, en werd Italië niet langer alleen het domein van de elite.
Het schilderen onderweg
Met zijn schilderkist, inklapbare ezel en een map met lege doeken reisde Heijnes van plek naar plek. Grote opgespannen doeken meenemen was onpraktisch en riskant, zeker zolang de verf nog nat was. Daarom schilderde hij vermoedelijk op niet-opgespannen linnen, los meegebracht op rol. Tijdens het schilderen werd het doek tijdelijk vastgezet op een plank of schilderskist, waarna het werk na voltooiing kon drogen.
Voor grote formaten, zoals het recent gerestaureerde doek uit Menton, wijst alles erop dat Heijnes daar langere tijd verbleef. Dat gaf hem de kans om het schilderij volledig te laten drogen — een proces dat bij olieverf maanden kan duren — voordat het kon worden opgerold of in een kist verzonden naar Nederland. Te vroeg oprollen zou tot barsten of afdrukken leiden. Het feit dat het doek vandaag in goede staat verkeert, is een stille getuige van de zorg waarmee Heijnes zijn werk behandelde.
Menton: het doek en de zon
Het schilderij uit Menton — met uitzicht op de baai, helderblauwe lucht en bloemen op de voorgrond — ademt die plek in alles. In de jaren 1910 was Menton een geliefde plek voor kunstenaars en overwinteraars. De kleuren zijn zachter, het licht is warmer, en de penseelstreken losser dan in zijn eerdere werk. Het is alsof Heijnes daar, na een maandenlange reis, eindelijk het juiste licht vond — het licht dat hij al die tijd had gezocht.
Later terug naar het zuiden
Dat Menton indruk maakte, blijkt uit wat volgde. In de jaren daarna maakte Heijnes nog meerdere korte reizen naar de Rivièra. Niet alleen als kunstenaar, maar ook in gezelschap van een Nederlandse bloembollenkweker, die hem meenam op zakenreis naar Zuid-Frankrijk. Voor Heijnes betekende dit nieuwe kansen om te schilderen in het warme zuiden, telkens met zijn vertrouwde materialen in de koffer. Waar de kweker sprak over export en tulpen, zocht Heijnes opnieuw naar zon, vorm en kleur.
Logische reisroute van Nederland naar Menton via Italië en Zwitserland
Stap 1: Nederland → Zwitserland
-
Amsterdam → Basel (per trein)
— via Duitsland, bijv. Keulen → Bazel
— gangbare internationale route in die tijd -
Basel → Chur → Filisur → St. Moritz
— met de Rhätische Bahn door Graubünden
— spectaculair bergtraject, al sinds 1904 in gebruik
— Filisur en St. Moritz waren populaire schilderplekken
Stap 2: St. Moritz → Italië
-
St. Moritz → Tirano via de Berninabahn (vanaf 1910 beschikbaar)
— indrukwekkende berglijn over de Berninapas
— goedkoop, speciaal gebouwd voor passagiers en toerisme -
Tirano → Domodossola → Varzo
— via de Italiaanse spoorwegen (FS)
— Varzo ligt net ten zuiden van de Simplontunnel, die al sinds 1906 open was
— mogelijk bleef hij hier kort vanwege de ruige Alpenlandschappen
Stap 3: Varzo → Noord-Italië
-
Varzo → Milaan
— via de Simplonlijn, gangbare en vlotte verbinding -
Milaan → Venetië → Sommacampagna
— Venetië als kunsthistorische topbestemming
— Sommacampagna (bij Verona) ligt aan een lokale lijn, eenvoudig bereikbaar vanuit Verona of Mantova
Stap 4: Noord-Italië → Franse Rivièra (Menton)
-
Sommacampagna → Genua → Ventimiglia → Menton
— via de kustlijn van Ligurië
— deze Riviera-spoorlijn was al sinds de 1870s grotendeels gereed
— dit was de meest directe en betaalbare verbinding naar de Rivièra
— in Ventimiglia overstappen op een Frans treintje naar Menton

Slot: het schilderij als reisverslag
Het gerestaureerde doek uit Menton is niet alleen een kunstwerk — het is ook een getuigenis van een tijd waarin kunstenaars nog echte reizigers waren. Marinus Heijnes volgde geen toeristische route, maar een spoorlijn, een gevoel, een licht. En dat maakt dit schilderij zo bijzonder: het is een venster op het zuiden, maar ook op de wilskracht en vindingrijkheid van een kunstenaar die zijn weg naar de zon wist te vinden — met trein, penseel en volharding.
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.
Beoordeling Een venster op Menton – de reis van Marinus Heijnes naar het licht van de Rivièra.